Biologisch nog lekkerder?

15 juli 2021 blog image

Tegenwoordig is de consument veel bewuster bezig met voedsel. Vaker dan ooit word de vraag gesteld waar het product vandaan komt en hoe het geproduceerd is. In de verkoop van biologische producten zit een stijgende lijn, zeker tijdens de huidige pandemie. Wat zijn de mogelijkheden voor u als boer?

Wanneer is een product biologisch?

Een product mag alleen biologisch heten als het productieproces aan strenge wettelijke voorschriften voldoet. De overheid bepaalt hiervoor de regels en controle hierop vindt plaats door de onafhankelijke instantie SKAL. Biologische producten worden verbouwd zonder gebruik te maken van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en genetisch gemodificeerde organismen. De boeren en telers kiezen ervoor om de natuur zoveel mogelijk zijn werk te laten doen, door zo min mogelijk in te grijpen. Voor biologisch eten en drinken gelden strenge regels omtrent het gebruik van kunstmatige toevoegingen en hulpstoffen, bijvoorbeeld kunstmest om gewassen sneller te laten groeien, bij de verwerking van landbouwproducten. Alleen onmisbare E-nummers van natuurlijke oorsprong zijn toegestaan. Er worden geen chemische kleur,- geur-, en smaakstoffen en andere hulpstoffen toegevoegd. Ook zijn er voor handelaren, importeurs en opslagbedrijven van biologische producten voorschriften. Zo moet het duidelijk zijn waar de ingrediënten precies vandaan komen en is er rekening gehouden met dierenwelzijn.

Een biologische koe heeft goede leefomstandigheden wat van positieve invloed is op de gezondheid. Zo geeft de boer geen voer dat de koe tot de hoogste productie drijft waardoor de uier ook meer rust heeft. Een biologische koe krijgt preventief geen medicatie. Alleen als deze ziek is. De melk van een zieke koe wordt apart opgevangen en weggegooid. Omdat wij zieke koeien apart houden, is deze stroom duidelijk gescheiden. Pas na 2x de termijn dat het middel is voorgeschreven, mag de biologische melk weer bij de ‘normale’ stroom opgevangen worden. De melk van een zieke koe komt dus nooit bij de producent terecht en dus ook niet bij de consument. 

Even een luchtje scheppen?

Biologische melkkoeien leven dus veel meer buiten in de wei. Daarnaast vereist de biologische melkveehouderij dat er voor elke koe minimaal zes vierkante meter ruimte is in de stal, de stal goed geventileerd is en er daglicht is. Ook moeten er in de stal voldoende schone en droge plekken zijn om lekker te kunnen liggen. Dit soort eisen zijn niet vastgelegd voor reguliere melkkoeien of weidegang-melkkoeien. Het dierenwelzijn voor biologische melkkoeien is dus door de regels veel beter geborgd dan voor de andere koeien.

Huisvesting eisen 

Stallen en weilanden zijn zo ingericht dat de dieren zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen. De dieren kunnen altijd naar buiten, tenzij dit wordt verhinderd door weers-, bodem- en/of gezondheidsomstandigheden. 

Voor biologische stallen gelden de volgende algemene eisen:

  • De vloeren zijn vlak maar niet glad
  • Voldoende daglicht
  • Natuurlijke ventilatie
  • 50% van het vloeroppervlak is dicht
  • Voldoende schone en droge ligruimtes, die voldoende zijn ingestrooid met strooisel van natuurlijk materiaal.
  • Gebruik van gangbaar strooisel is toegestaan. Als stro ook gebruikt wordt voor ruwvoer, is al het stro biologisch.
  • Dieren worden niet vastgezet, tenzij dit voor de veiligheid van een enkel dier voor een zeer beperkte periode nodig is

Huisvesting runderen

De huisvesting voldoet aan een aantal aanvullende eisen die ervoor zorgen dat runderen zich natuurlijk kunnen gedragen:

  • Herbivoren krijgen voldoende schone en droge ligruimtes die u voldoende heeft ingestrooid
  • Vleeskalveren (ouder dan 1 week) en vleesstieren houdt u in groepen
  • Op melkveebedrijven mag u kalveren tijdens de zoogperiode in een “iglo” houden
  • Als u stieren ouder dan 1 jaar tijdens het weideseizoen niet weidt, geeft u ze een uitloopmogelijkheid. De uitloop is minimaal 30 m2 per stier en mag maximaal 75% overkapt zijn
  • Runderen mag u niet langer dan één vijfde deel van hun leven binnen afmesten en in ieder geval niet langer dan 3 maanden
  • Runderen bindt u niet aan

Waarom nu biologische boer worden?

Zo is de uitstoot van ammoniak van een grotere biologische stal 22 procent lager dan die van een gangbare stal. Ammoniak is een vorm van stikstof, dat de natuur schaadt. Biologische koeien krijgen minder krachtvoer en lopen vaker in wei, wat hun uitstoot vermindert. Voor biologische boeren is bovendien kunstmest taboe. Per saldo is de uitstoot van een biologische melkveehouderij zo’n 70 procent lager. Biologisch is dus, heel logisch, een deel van de oplossing van het stikstofprobleem. 

SInds de Corona pandemie is de consument veel bewuster gaan eten. Er zit een aanzienlijk stijgende lijn in de verkoop van biologische producten. De biologische markt is momenteel nog erg klein. Vandaar dat er nog veel te halen valt. 

De biologische sector erkent het probleem en vindt dat de overheid de vraag naar biologische zuivel moet stimuleren. Op dit moment heeft drie procent van de melkveebedrijven een biologisch keurmerk. In de toekomst gaat hier meer subsidie en andere motivatie voor komen.